Drenthe, Groningen en Friesland kleuren donkerrood op de kaart in een nieuw onderzoek van TNO. Hier zijn veel ‘zeer energiearme huishoudens’.
Landelijk hebben 50.000 huishoudens grote moeite met de energierekening. Ze betalen jaarlijks 1000 euro meer aan energiekosten dan een gemiddeld huishouden. Relatief veel van die bewoners wonen in het Noorden. Mensen met energiearmoede hebben een laag inkomen in combinatie met hoge kosten voor gas en elektriciteit en niet goed geïsoleerde huizen. Dat de energiearmoede in Noord-Nederland groot is, was al langer bekend.
Eerder dit jaar concludeerde TNO al dat er in Nederland in 2023 zo’n 400 duizend huishoudens met energiearmoede zijn. Op de tweede en derde plekken van de energiearmoede-rangorde in Groningen en Drenthe staat Oldambt (9,7 procent), gevolgd door Westerwolde (9,2 procent).
Hoe hoog is die armoede dan? „Want de één mist 5 euro per maand, de ander 30, weer een ander 100.” Opvallend is dat het Noorden er bij dit onderzoek nog slechter vanaf lijkt te komen. Wij hebben een grotere energie armoedekloof. Dat wil zeggen: een energiearm huishouden heeft in het Noorden gemiddeld meer euro’s nodig om uit de problemen te raken.
Er is een fors hoger inkomen nodig of een stevige compensatie op de maandelijkse factuur. Gemeenten die relatief weinig huishoudens met energiearmoede kennen, kunnen wel een hoge armoedekloof kennen.
Als je alle huishoudens in Nederland uit de energiearmoede zou willen halen, kost dat met de huidige energieprijzen zo’n 250 miljoen euro per jaar.