Ze waren met zorg gelegd, met aandacht ieder jaar gepoetst, en ze moesten tijdelijk weg vanwege de renovatie van de zuidelijke delen van de Hoofdstraat: de Stolperstenen. Ieder steentje draagt de naam van iemand die vermoord is door de nazi’s. Het steentje ligt voor de woning waar men voor het laatst vrijwillig woonde. Een monument voor een mens, opdat deze nooit wordt vergeten. Maar dan moet dat er wel weer zijn.
Woensdagmorgen 10 juli: Het bestuur van de Stichting Hoogeveense Herdenkingsstenen is op stap met een zeer enthousiaste groep van de (Sint) Titus Brandsmaschool, de stratenmakers van Zuidema, wat
bestuursleden, een docent van de school met een mobiele geluidsinstallatie en Joodse muziek, onze nieuwe burgemeester en zowel enthousiast als nieuwsgierig toestromend publiek, plus wat gasten die we
op de hoogte hadden gebracht. We beginnen bij Hoofdstraat 250. Daar spreekt ook onze nieuwe burgemeester, Martijn Breukelman. Leerlingen spreken een kleine biografie uit van alle hier in herinnering gebrachte personen. Samen met de stratenmakers worden dan de stenen in de straat gelegd, de kinderen leggen er rozen bij, en dan op naar het volgende adres. Zo herhalen zich op diverse plaatsen de patronen. Waarom leggen jullie overal 5 rozen, als er ook maar één herinnerd wordt? En zo waren er meer geïnteresseerde vragen van iedere keer dezelfde jongedame. Wat doen jullie met de laatste twee rozen? Weer die jongedame. Voor wie zou jij die nog willen leggen? Voor Betty Trompetter. Deze joodse verzetsvrouw heeft geen steentje, want ze heeft het overleefd, maar na een afsluitend ijsje en officiële dankwoorden gaan we met de hele groep terug naar de familie Trompetter.
Betty krijgt twee rozen….. heel geslaagd, al met al. Zo brengen we de herinneringen en de noodzaak van herdenken over op weer een volgende generatie. Op naar de volgende legging. Dit najaar worden de laatste steentjes in Hoogeveen gelegd voor de Joodse slachtoffers. Wie familie had in Hoogeveen, zoek gerust contact met de organisatie. Daarna komen nog steentjes voor niet-Joodse slachtoffers. Hun namen blijven herinnerd.