In de Bibliotheek Hoogeveen zat een volle zaal te genieten en mee te leven van de blijdschap en de pijn van de laatste dagen van de oorlog in en rond Hoogeveen. Albert Metselaar is inmiddels al 50 jaar bezig met meerdere thema’s rondom de Tweede Wereldoorlog, en de bevrijding is er één van. Hij hield een presentatie met beeldmateriaal en achtergrondstudies. De pijn hield verband met de executies, met mensen
die omkwamen bij de brand in Kamp Ten Arlo, bij de vermisten, vermoorde Hoogeveners in Duitse kampen en de onzekerheid of de tewerkgestelden wel thuis zouden komen. Dan was er de onzekerheid hoe verder te moeten.
Ruzies en spanningen die direct de kop opstaken. Dit allemaal los van de blijdschap van dat de oorlog was afgelopen. Dit met dank aan de bevrijdende eenheden: de 1th Belgian SAS Parachute Regiment en de XII
Manitoba Dragoons. Ze worden herinnerd op een zuil voor het gemeentehuis van Hoogeveen. Ze worden herinnerd met de naam waarmee ze herinnerd willen worden: die van hun eenheid. Het onderzoek groeide in de loop der jaren steeds verder uit. Inmiddels is er een bevrijdingsboek van 280 bladzijden, aan de hand van de ooggetuigen die hij al tientallen jaren geleden sprak, en de verklaringen die kort na de oorlog al op papier werden gesteld. Het boek is mede mogelijk gemaakt door de gemeente Hoogeveen en de Belgische Ambassade. De opmaak is gedaan door GaCreatief uit Meppel. Zo kwam het tot een boek met een bijzondere uitstraling, ook al behandelt het de klassieke onderwerpen van de oorlog.
Het eerste exemplaar werd verstrekt aan dhr. Carper uit Arnhem. Hij woonde in de oorlog in Hoogeveen, aan de Zuiderweg en zag de bevrijders daar in lange stromen voertuigen voorbijgaan, heen en terug, toen de
oorlog was afgelopen. Deze weg lag aan de A28 van die tijd, zogezegd. Maar er was ook een andere reden om Carper het 1e exemplaar te geven. Hij maakte deel uit van het Katholieke verzet, dat helemaal is
ondergesneeuwd in de verhalen van de oorlog. Metselaar is dat nu ook specifiek aan het uitdiepen. Als zijn vader, politieman, wist dat er een inval ergens zou zijn, dan tipte Bert de mensen. De Duitsers kwamen en niemand was meer thuis. Hij werkte zelf in de centrale keuken bij de conservenfabriek in het Haagje, als onderduiker. Honderden doortrekkers, vluchtelingen, evacués heeft hij als jongeman en als deel van een klein team dagelijks van voedsel voorzien. Na de oorlog zette hij zich vol vuur in voor voetbal voor jongeren die door de samenleving op zij werden gezet, werd hij oprichter van wat nu de Titus Brandsma-school heet en van de school die later naar hem vernoemd is: de meester Carperschool. Hij vertelde tijdens de presentatie over deze en andere zaken. Een man met een voortrekkersrol, en een tip om gezond oud te worden. Hij is zelf nu 99 3/4 jaar. Alle morgens om half 7 bed uit en een uurtje zwemmen, dat is de belangrijkste tip. Voor zijn inzet is hij nooit speciaal beloond, hoe baanbrekend het ook was. “Ik kan je geen gemeentelijke onderscheiding geven”, zei Metselaar, “Maar wat ik wel kan geven dat geef ik je vandaag. Jij hebt het helemaal verdiend om in het zonnetje gezet te worden, en dat doen we met dit eerste exemplaar.” Foto: zie bijlage. Dhr. Carper en auteur Albert Metselaar